Weven als cultureel erfgoed

Weven is van alle tijden, en werd doorheen de tijd vaak vereenzelvigd met het hogere of goddelijke. Vele culturen hebben dan ook goden of godinnen die het weven ter hand namen en daarmee ook instonden voor de levenscycli.

Als we geloven dat de wereld worden geweven als schering, dan is alles in de kosmos verbonden door een onzichtbaar web. In China representeert zich dit als de wisseling van yang naar yin en omgekeerd. Net zoals het heen en weer gaan van de steeklat.

In diezelfde regio waar Boedhisme en Hindoeisme erg vertegenwoordigd zijn meent men dat door hogere machten het web van illusie word geweven. Beide wereldgodsdiensten gaan uit van de reis naar ultieme verlichting. Bij het einde van deze reis zou men dan terechtkomen in Nirwana, waar men geen begeerte, irritatie noch verwarring zal kennen. De aardse wereld waarin de niet-verlichte geest leeft noemt men Samsara. Dit staat voor het dagelijkse leven, de dagelijkse sleur en dus ook de illusie, geweven en toch steeds veranderd.

In het oude Grieks-Romeinse rijk werd de godin Athena (Minerva voor de Romeinen) gezien als weefster van de wereld. Net als Persephone, die met haar heen en weer gaan vanuit de onderwereld de seizoenen aan elkaar weeft. En Moira, de Griekse lotsgodin, die in haar eentje een triade vormt en zo de Christelijke Drievuldigheid eeuwen voor is. Moira kon zich tonen in drie verschillende vormen:

  • Klotho is de spinster, het woord komt van het Griekse werkwoord "klōthein" wat "spinnen" betekent. Zij spint de levensdraad met haar spindel.

  • Lachesis is de godin die toedeelt, het woord komt van het Griekse werkwoord "lanchanein" (verbaalstam "lach-") wat "door het lot verkrijgen" betekent. Ze rolt de gesponnen draad op of houdt hem vast. Dit symboliseert de ontwikkeling en richting van het lot. Om te bepalen wat er met de draad moet gebeuren trekt ze lootjes uit een urn. Haar attributen zijn een lotsstaafje en ook wordt ze wel afgebeeld met een globe en een griffel.

  • Atropos is de godin die de levensdraad doorsnijdt, het woord komt van tropos wat draaiend of veranderlijk betekent. Atropos betekent dus "onveranderlijk" of "onvermijdelijk". Atropos snijdt de levensdraad door. Haar attributen zijn een schriftrol of wastafeltje met graveerstift en een zonnewijzer. Het laatste attribuut verwijst naar de functie om het wiel of de zon te laten draaien en zo de schepping gaande te houden. Atropos kan voor een individu het wiel stilzetten. Zij schrijft ook het voorbeschikte lot op.

Bij de oude Noren en Germanen zijn het de Nornen en Vrouw Holle die het lot van de mensen aan elkaar weven. Ook de Nornen waren met drie :

  • Urd: wat ooit was --> het verleden
  • Verdani: wat geboren wordt om te zijn --> het heden
  • Skuld: wat zal zijn --> de toekomst

Vrouw Holle wordt op haar beurt dan vereenzelvigd met Frigga, de vrouw van Odin en de moedergodin in de Noorse mythologie. Zij is het die wereld weeft en de wolken spint. Zij is het die vanuit Odin’s stoel in Asgard de wereld beschouwt en ziet wat komen zal. Ook in onze regio gebruiken we nog vaak de beeldspraak dat wanneer het sneeuwt Vrouw Holle haar bed opschud. Vrouw Holle werd vaak gezien als beschermster van spinsters en wevers.

Reacties