Kelten & Druïden

Geschiedkundige ligging van de Keltische beschavingen

De Kelten waren een een groep van Oost-Indische volkeren die zich ontwikkelden tussen de 8e en de 6e eeuw voor Christus. Vanaf deze periode zullen zij zich verspreiden in een lijn van Oost-Europa tot West-Europa.

Toen de Griek Ephorus het bestaan van de Kelten vermeldde, waren ze al zo talrijk dat hij ze één van de vier barbaarse volkeren in de wereld noemde, de anderen waren de Libiërs in Afrika (huidig Marokko en Spanje), de Perzen in het oosten (huidig Bulgarije) en de Scythen (huidig Iran).

De Kelten bewoonden vooral gebieden van het huidige Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk. Later breiddte dit uit van de Zwarte Zee tot aan huidige België, Nederland, alsook Groot-Brittannië en Ierland. In deze laatste zijn nu nog steeds overleveringen van deze cultuur te vinden.

druiden


Keltische verering

Omdat de Kelten geen schrift hanteerden, werd hun kennis steeds mondeling overgebracht. De enige geschreven bronnen die informeren over de Kelten zijn meestal geschreven door Grieken of Romeinen (o.a. Julius Caesar) die hen als barbaars omschreven. Uit deze schriften kunnen we wel volgende feiten afleiden:

  • Kelten waren polytheïstisch, wat wil zeggen dat ze meerdere goden tegelijk aanbaden. Veel Keltische godheden kwamen voor in drieën en dit heeft later uitwerking gehad in het christendom (de heilige drievuldigheid: vader, zoon, geest). Er was niet echt duidelijk een oppergod, alhoewel die in sommige Ierse en Welshe verhalen wel naar voren lijkt te komen.

  • De Kelten kenden geen tempels. Hun aanbidding vond plaats in de natuur, bij heilige bronnen, bossen en meren. Deze vormde de centrale plaats van het Keltisch rituele leven. Het rituele leven werd geleid door Druïden. Zowel archeologische als geschiedkundige bronnen geven aanwijzingen voor het bestaan van priesteressen, waaruit blijkt dat een Druïde zowel man als vrouw kon zijn.


Barden, ovaten en druïden

De toekomstige druïde had een lange weg te gaan, want de opleiding tot druïde duurde 20 jaar en alle kennis werd mondeling overgebracht. Deze opleiding bestond uit drie fasen: Barde, Ovaat en de uiteindelijke Druïde. Zelf geloofden de druïden dat de oorsprong van hun leer in Groot-Brittannië lag en verschillende moderne theorieën bevestigen dit. Het was dan ook de gewoonte om iemand die druïde wilde worden naar Groot-Brittannië te zenden om daar in de leer te gaan. De druïden voerden verschillende taken uit in de Keltische maatschappij. Deze verschilden per laag in de priesterklasse; barden en ovaten hadden andere taken dan de priesters en priesteressen, de daadwerkelijke druïden.

De barden waren druïden in hun eerste opleidingsfase, maar dat betekent niet dat ze een lagere positie ten opzichte van druïden innamen. Zij probeerden tijdens hun opleiding contact te leggen met het verleden en de natuur, werkten met de mythologie en met het erfgoed van hun stam. Ook waren zij zangers en dichters en voerden rituelen uit met visualisatie en meditatie. Daarnaast werkten ze veel met de seizoenen en de vier elementen.

Deze opleiding verplichtte ook geen vooruitgang in klassen. Een bard kon gerust zijn hele leven bard blijven, zonder daarvan nadeel te ondervinden. Zo zouden we kunnen aannemen dat ovaten vaak de toenmalig dokters waren, aangezien zij hun uitgebreide kennis over de natuur, de elementen en de hemellichamen gebruikten om mensen te genezen in zowel hun lichaam als hun geest. Daarnaast doken ze dieper in de geestenwereld en de wereld van de goden, die ze in de vorige fase hadden bestudeerd. Ze probeerden deze werelden te begrijpen, er contact mee te leggen en zich hierin te verplaatsen om zo hun creatieve krachten te kunnen sturen.

Reacties